Is paracetamol in staat om de lichaamseigen pijndemping te stimuleren bij patiënten met
Chronisch Vermoeidheid Syndroom en Fibromyalgie (CVS/FM) en patiënten met
reumatoïde artritis (RA)?
Centrale sensitisatie of overgevoeligheid van het centraal zenuwstelsel wordt beschouwd als een belangrijke factor in
verschillende chronische pijncondities. Een verstoorde lichaamseigen pijndemping kan aanleiding geven tot centrale sensitisatie.
Evaluatie van temporele summatie (TS) en geconditioneerd pijn modulatie (CPM), twee paradigma’s om de lichaamseigen pijndemping
te meten, zijn daarom een hot topic in pijnonderzoek.
In verschillende chronische pijn populaties werd hiermee al aangetoond dat de pijndempende systemen niet optimaal functioneren,
maar de precieze oorzaak of mechanisme blijft nog onbekend.
Daarom blijft ook gerichte pijnmedicatie die specifiek inwerkt op de lichaamseigen pijndemping een heikel punt.
In de huidige studie werd geëvalueerd of paracetamol een invloed kan hebben op TS en CPM bij gezonde controles,
maar ook bij patiënten met chronische pijn. Omdat paracetamol onder andere werkt via activatie van serotonerge
(serotoninen bevattende) pijndempende banen, werd op deze manier de bijdrage van serotonerge mechanismen geëvalueerd
in de (falende) lichaamseigen pijndemping in verschillende groepen: gezonde controles, patiënten voornamelijk gekenmerkt
door centrale sensitisatie (patiënten met CVS/FM) en patiënten waarbij zowel gewrichtsinflammatie als centrale sensitisatie
een rol zouden kunnen spelen (RA).
De invloed van paracetamol op pijndemping bleek inconsistent, met name in de patiëntengroepen.
Verder blijken CVS/FM patiënten een slechter werkende pijndemping te vertonen dan RA patiënten.
Ondanks een beperkt positief effect van paracetamol op de centrale pijninhibitie zal verder onderzoek zich
toch nog moeten richten op andere spelers in de lichaamseigen pijndemping.
M. Meeus